Start-ups en het loon van de directeur

Voor directeuren van start-ups geldt bijna vanzelfsprekend dat de juridische kant van het ondernemerschap niet hun grootste belangstelling heeft. Vaak is men druk bezig met innovatieve visies ontwikkelen ten aanzien van nieuwe producten of diensten. En terecht, want alleen zo ontstaan de vliegende auto, de innovatieve roeiboot of de slimme melkrobot.

Daarom is het goed dat juristen hen bijstaan en aangeven hoe belangrijk het (daarnaast) is om de juridische zaken ook op orde te hebben. Daarbij kan worden gedacht aan vergunningen, privacy zaken, goede afspraken tussen aandeelhouders en de financiering van de onderneming. Ook de structurering van hun relatie tot de onderneming en (niet onbelangrijk) hun eigen verdiensten zijn belangrijke aandachtspunten.

Met de zogenaamde ‘gebruikelijkloonregeling’ wordt bepaald hoe hoog het loon van de aanmerkelijkbelanghouder – bijvoorbeeld de directeur groot-aandeelhouder (dga) van de start-up - minimaal moet zijn. De Belastingdienst hanteert dit begrip omdat niet altijd eenvoudig te bepalen is wat een passende beloning is voor een dga.

Dit verplichte salaris moet gebruikelijk zijn voor de werkzaamheden en het aantal uren dat de arbeid verricht wordt. Het salaris moet ten minste worden vastgesteld op het hoogste van de volgende bedragen:

  • 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
  • het hoogste loon van de overige werknemers van de vennootschap;
  • € 45.000 bruto per jaar (loon voor de loonheffingen).

Dat zijn dus al behoorlijk hoge bedragen voor veel start-ups. Voor aanmerkelijkbelanghouders die werken voor start-ups geldt echter vanaf 1 januari 2017 een versoepeld regime. Zij mogen het wettelijk minimumloon nemen als gebruikelijk loon. Dat bedraagt in 2017 afgerond € 19.000 bruto per jaar. Of, als dat lager is, het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Dit laatste moet dan wel aannemelijk worden gemaakt.

Als de innovatieve start-up dus aan de eisen voldoet hoeft zij gedurende de eerste drie jaar minder loon en loonheffingen af te dragen, waardoor er meer geld overblijft om te investeren en dat is dus weer goed voor de bloei van de start-up en indirect voor onze economie.