Verplichte overdracht van aandelen in kort geding

Kan een aandeelhouder in kort geding gedwongen worden tot overdracht van zijn aandelen?

Het komt met enige regelmaat voor: aandeelhouders die niet meer door één deur kunnen. Wanneer zij hun (vaak sluimerend) conflict niet weten op te lossen, dreigt escalatie met rampzalige gevolgen voor alle betrokkenen én de onderneming. 

De wet kent voor conflicten in een vennootschap de geschillenregeling. Die biedt de beknelde aandeelhouder - uiteraard onder bepaalde voorwaarden - de mogelijkheid om van zijn aandelen af te komen ("uittreding"). Diezelfde geschillenregeling biedt - onder nog striktere voorwaarden - de mogelijkheid dat een aandeelhouder gedwongen wordt zijn aandelen over te dragen ("uitstoting"). Op die manier - zo dacht de wetgever - kunnen problemen in de samenwerking worden opgelost. Helaas blijkt dit in de praktijk vaak niet te werken. De geschillenregeling kent immers een belangrijk nadeel: het is een gerechtelijke procedure en die duurt in de regel (te) lang. Zeker wanneer het conflict tussen de aandeelhouders is geëscaleerd, de bedrijfsvoering er onder te lijden heeft en er snel een oplossing moet komen om de continuïteit van de onderneming te waarborgen.  

Het verbaast dan ook niet dat regelmatig - met wisselend succes - geprobeerd wordt een oplossing te forceren door in kort geding een aandeelhouder te dwingen zijn aandelen over te dragen, vaak tegen een symbolische (lees: lage) prijs. Een dergelijke vordering wordt vaak onderbouwd met het argument dat de aandeelhouders afspraken hebben gemaakt over wanneer (bijvoorbeeld bij ontslag als bestuurder) en tegen welke condities (bijvoorbeeld tegen norminale waarde) een aandeelhouder zijn aandelen moet "inleveren".
 
Rechters zijn terughoudend bij de beoordeling van dergelijke vorderingen. In kort geding is er in de regel geen plaats voor een onderzoek naar de feitelijke toedracht (juist daarover verschillen partijen natuurlijk van mening) en een verplichte overdracht heeft zeer verstrekkende gevolgen. Daar komt nog bij dat partijen niet zelden discussiëren over de vraag tegen welke prijs de aandelen overgedragen moeten worden. En waarderen van aandelen is een vak apart. Een vak dat in de regel door veel juristen niet wordt beheerst.

Geheel kansloos is een vordering in kort geding echter niet. Wanneer de continuïteit van de onderneming op het spel staat, de besluitvorming zich in een impasse bevindt en er in redelijkheid ook geen discussie bestaat over de prijs van de aandelen, wil de rechter nog wel eens behulpzaam zijn en een gedwongen overdracht faciliteren. Zie hier het Rijnlandse model: het belang van de onderneming is véél meer dan het belang van de (individuele) aandeelhouder. Zorgvuldige afwikkeling van alle belangen staat daarbij echter op de eerste plaats. 

Voorkomen is beter dan genezen. Duidelijke afspraken vooraf - ook over een gedwongen overdracht - bieden een handvat als dat onverhoopt nodig mocht zijn. Zonodig in kort geding. Wij helpen u daar graag bij!