Ontbinding van een vennootschap

Risico's en (bestuurders)aansprakelijkheid en heropening (turbo) liquidatie

Een ondernemer is niet alleen maar bezig met het oprichten en exploiteren van een onderneming, maar soms ook met het beëindigen daarvan. De deuren sluiten is niet voldoende.

De gebruikelijke gang bij een beëindiging is het ontbinden van de vennootschap (besluit van de aandeelhouders) en vervolgens benoemen van een vereffenaar (veelal: de bestuurder) die tot liquidatie van het actief zal overgaan. Vervolgens moet de opbrengst van dat vermogen verdeeld worden onder de schuldeisers en het restant kan dan eventueel worden uitgekeerd aan de rechthebbenden (lees: de aandeelhouders).

Als er geen baten meer aanwezig zijn maar enkel schulden, dan houdt de vennootschap na ontbinding van rechtswege op te bestaan. Er moet dan niet meer vereffend worden (want dan valt ook niets te vereffenen) en de vennootschap eindigt dan door middel van een zogenaamde turboliquidatie.

Als de opbrengst van de activa te gering is om alle schuldeisers te voldoen moet de vereffenaar het faillissement van de onderneming aanvragen. Een curator kan de vereffening dan onderzoeken en gaat verder met de afwikkeling van de schulden. Kan dat niet anders opgelost worden? Jawel, u kunt als bestuurder met alle bekende schuldeisers een regeling treffen waarbij zij instemmen met de voortzetting van de vereffening buiten faillissement.

Een schuldeiser kan ook het faillissement van een ontbonden vennootschap aanvragen en ook de heropening van de vereffening bewerkstelligen. Er moet dan wel sprake zijn van 'nagekomen' baten die zodanig zijn dat een vereffening zinvol is. Een 'bate' moet ruim worden uitgelegd want het kan ook gaan om een vordering op de voormalige bestuurder (bijvoorbeeld op grond van bestuurdersaansprakelijkheid). Stel dat het bestuur bijvoorbeeld is overgegaan tot turboliquidatie en er waren wel nog baten aanwezig of er is niet gelijk verdeeld onder de bekende schuldeisers, dan heeft het bestuur in beginsel onrechtmatig gehandeld en kan die onrechtmatige daad een bate voor de boedel opleveren, en dus tot heropening van de vereffening leiden. Het wordt natuurlijk wel enigszins moeilijk voor die schuldeiser omdat hij moet aantonen (aannemelijk maken) dat hij in geval van vereffening na ontbinding nog een betaling zou hebben ontvangen of dat er ten tijde van de ontbinding nog mogelijk te realiseren baten waren.

Als bestuurder moet u dus goed opletten bij de afweging hoe u het beste een vennootschap kunt beëindigen. Over de aan turbo-liquidatie verbonden risico’s heb ik bijvoorbeeld al in mijn eerdere artikel geschreven. Uiteraard kijken wij graag samen met u wat de aangewezen route is.