Nederlandse Franchise Code wordt wettelijk verankerd

In het voorjaar van 2017 wordt door de minister van Economische Zaken een wetsvoorstel ingediend om de Nederlandse Franchise Code wettelijk te verankeren. Dit is met name in het voordeel van de franchisenemer.

De franchiseovereenkomst is momenteel (in Nederland en in de meeste EU-lidstaten) geen wettelijk geregelde (bijzondere) overeenkomst, zoals de agentuurovereenkomst. Door de afwezigheid van specifieke wetgeving wordt de franchiseovereenkomst met name door het algemene contractenrecht en het mededingingsrecht (Nederlands en Europees) beheerst.

Zelfregulering heeft begin 2016 geleid tot de Nederlandse Franchise Code (NFC)

In de NFC zijn gedragsregels voor franchisegevers en franchisenemers bij de totstandkoming, de uitvoering en de beëindiging van de franchiseovereenkomst opgenomen. De NFC kan vrijwillig van toepassing worden verklaard op de franchiseovereenkomst. Alleen als de NFC onderdeel uitmaakt van de franchiseovereenkomst kan nakoming daarvan bij de rechter worden gevorderd.

De minister wil de franchiserelatie verstevigen door de NFC een wettelijke basis geven. Het wettelijk verankeren van de NFC betekent dat de code van een vrijblijvende regeling tot een afdwingbare regeling wordt verklaard, ongeacht wat de franchisegever en franchisenemer contractueel met elkaar hebben afgesproken.

In de NFC zijn duidelijke (inspannings)verplichtingen opgenomen voor beide partijen. De franchisegever moet bijvoorbeeld alleen contracteren met een franchisenemer die “na redelijk onderzoek” lijkt te beschikken over voldoende capaciteiten om de franchise “op een gezonde en verantwoorde manier” te exploiteren. Blijkt achteraf dat dit redelijk onderzoek niet is verricht, dan kan dit bij onvoldoende functioneren van een franchisenemer aan de franchisegever worden tegengeworpen. Bijvoorbeeld: de franchisegever heeft dan geen gegronde reden om de franchiseovereenkomst te beëindigen. Daarnaast heeft de franchisegever een verzwaarde informatieplicht tegenover de kandidaat-franchisenemer. Informatie over de financiële positie van de franchisegever - en andere relevante informatie die voor een franchisenemer van belang kan zijn - moet binnen een redelijke termijn voor het sluiten van de franchiseovereenkomst ter beschikking worden gesteld. De NFC verplicht de franchisegever overigens niet om een exploitatieprognose op te stellen. Doet de franchisegever dit wel, dan mogen de prognoses - op grond van de huidige rechtspraak – natuurlijk niet ondeugdelijk zijn. De franchisegever is verder verplicht om zich maximaal in te spannen om de franchiseformule te verbeteren en verder te ontwikkelen.

Daartegenover staat dat de kandidaat-franchisenemer ook een eigen onderzoeksplicht heeft. Hij moet onderzoeken of de exploitatie haalbaar is en de inhoud van de verstrekte informatie juist is.

Franchisegever en franchisenemer zullen daarom bij het aangaan van een franchise­overeenkomst alvast goed kennis moeten nemen van de NFC, welke informatie vooraf moet worden verstrekt of opgevraagd en beoordelen wat de gevolgen zijn van het niet aantoonbaar naleven van de (inspannings)verplichtingen.