Geldt een gemaakte afspraak altijd?

Een man een man, een woord een woord, wordt vaker gezegd. Maar wat als een gemaakte afspraak onrendabel en daarmee in strijd met de redelijkheid en billijkheid is?

Dit speelt in in de volgende zaak. Partijen sluiten een samenwerkingsovereenkomst. Die samenwerking bestaat er uit dat een partij – een stichting - het horecagedeelte van een museum laat exploiteren door de andere partij tegen een deels vaste en deels omzetafhankelijke vergoeding. Afspraak is dat het horecagedeelte ook in de avond voor het publiek is opengesteld.

Gaandeweg blijkt de openstelling in de avonduren voor de exploitant, tegen de verwachting van beide partijen in, niet rendabel. Partijen treden daarop in onderhandeling. Zij lijken op enig moment overeenstemming te bereiken: de exploitant houdt het horecagedeelte geopend voor (uitsluitend) sponsors van de stichting en andere door de stichting aan te wijzen derden. Als partijen dan vervolgens – in het verlengde van deze consensus over een beperkte avondopenstelling - nog sleutelen aan een nieuwe verhouding tussen de vaste en de omzetafhankelijke vergoeding, lopen de onderhandelingen vast.

Omdat de exploitant de eerder gestaakte avondopenstelling niet meer ongedaan maakt ondanks dat de stichting op basis van de bestaande samenwerkingsovereenkomst daarop aandringt, gaat de stichting over tot ontbinding van die overeenkomst. De exploitant verweert zich tegen deze ontbinding met een beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en de billijkheid: de exploitant vindt het onaanvaardbaar dat de stichting nakoming wenst van de afspraak om het horecagedeelte ook in de avond open te stellen. Partijen zijn het er immers over eens dat de avondopenstelling (in ongewijzigde vorm) niet rendabel is zodat de afspraak daarover achterhaald is.

In navolging van het Hof wordt de exploitant ook door de Hoge Raad in het gelijk gesteld. In de gegeven omstandigheden, met als kernpunt de achterhaalde afspraak, moet inderdaad geoordeeld worden dat het terugvallen op die afspraak naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, aldus de Hoge Raad.

Een mooi voorbeeld van de invloed van de redelijkheid en billijkheid in het contractenrecht.